![]() |
|
![]() |
|
![]() |
![]() |
Ferrochloride | 300 | dl | |
Calciumchloride | 150 | dl | |
Water | 1000 | dl |
Temperatuur 90° C, 4 tot 5 A per vierkante decimeter, 2 tot 2½ V, pH 1,5 tot 2, anoden van zuiver ijzer.
Dit bad wordt gebruikt om zeer dikke lagen op te brengen. Dunne lagen brengt men op de volgende wijze op: Men lost in een liter water 120 g salmiak (ammoniumchloride) op en doet deze oplossing in de galvaniseertank. Men neemt: zuiver ijzer als anode en hangt enige willekeurige ijzeren voorwerpen in de tank.
Men leidt nu enige uren een sterke stroom door het bad, waardoor ijzer in oplossing gaat tot de oplossing voldoende sterk is. Na ongeveer 4 tot 5 uur kan het bad gebruikt worden. Men werkt dan bij 26° C, met 0,2 A per vierkante decimeter en met 1 V spanning.
Loodcarbonaat | 150 | dl | |
Fluorwaterstof (50%) | 250 | dl | |
Boorzuur | 100 | dl | |
Lijm | 0,25 | dl | |
Water | 1000 | dl |
Men mengt eerst het fluorwaterstofzuur met het boorzuur en lost hierin het loodcarbonaat op. Men laat de oplossing afkoelen en laat het neerslag bezinken, de heldere oplossing wordt dan afgeheveld en verdund. Eerst hierna voegt men de lijm toe, die te voren in heet water opgelost werd.
Men werkt met anoden van zuiver lood met 3 tot 4 V en een stroomsterkte van 1 tot 2 A per vierkante decimeter.
Voor dunne loodlagen neemt men de volgende oplossing:Loodcarbonaat | 15 | dl | |
Natriumhydroxyde | 45 | dl | |
Water | 1000 | dl | |
Temperatuur 80℃, 3 tot 4 V en loodanoden. |
Kopercyanide | 30 | dl | |
Zinkcyanide | 8 | dl | |
Natriumcyanide | 45 | dl | |
Natriumcarbonaat | 15 | dl | |
Water | 1000 | dl |
Temperatuur 32℃, 0,3 A en 2 tot 3 V, anoden van gewalst messing, 80 % koper en 20 % zink.
Deze oplossing geeft een zuiver gele laag messing. Wanneer de laag groenachtig moet zijn, zooals het dikwijls verlangd wordt als onderlaag voor het vergulden en voor sterk glanzende laagjes bij goedkope sieraden met imitatiestenen, neemt men 30 g kopercyanide en 30 g natriumcyanide minder en voegt aan de oplossing iets ammoniak toe.
Bij het galvaniseren met messing moet de temperatuur nauwkeurig constant gehouden worden. De kleur hangt bovendien van de stroomsterkte af; een te hoge stroomsterkte. doet meer zink afzetten. Hetzelfde effect kan men bereiken door ammoniak of loog toe te voegen.
Kopercyanide | 30 | dl | |
Zinkcyanide | 4 | dl | |
Natriumcyanide | 40 | dl | |
Natriumcarbonaat | 15 | dl | |
Natrium-kaliumtartraat | 15 | dl | |
Water | 1000 | dl |
Temperatuur 35℃, 0,2 tot 0,25 A per vierkante decimeter, 2 tot 3 V, anoden bestaan uit 90 % koper en 10 % zink. Voor het aanvullen van koper en zink bij het gebruik maakt men twee oplossingen, één van zinkcyanide in natriumcyanide en één van het kopercyanide apart. De beide metalen worden nooit gelijkmatig opgebruikt. Door een analyse of beter door het beoordeelen van de kleur ziet men welk metaal men toe moet voegen. Het is een eigenaardig feit, dat wanneer men een zinkoplossing bij het messingbad voegt, het zeer lang duurt tot de kleur constant blijft.
Het natrium-kaliumtartraat lost de oxyden, die zich op de anoden vormen, op. De electrolyse verloopt hierdoor gelijkmatiger.
Voor het gelijkmatige afzetten van koper en zink in de gewenste verhouding mag de stroomsterkte niet te hoog zijn, moet de oplossing voldoende natriumcyanide bevatten, de temperatuur hoog genoeg zijn en mag de oplossing geen ammoniak of loog bevatten.
De glans van de messing- en bronslagen kan men verhogen door aan het bad een kleine hoeveelheid natriumarseniet toe te voegen. Men maakt een geconcentreerde oplossing door 1 kg natriumhydroxyde in 2 l water op te lossen. Hierin lost men dan door koken 500 g arsenicum (vergif) op en verdunt hierna de oplossing tot 4 l. Van deze uiterst gevaarlijke, sterk giftige oplossing voegt men dan 30 g aan 400 l badvloeistof toe. Een overmaat is uiterst slecht, daar de glans dan verdwijnt.
Een oplossing voor brons bevat steeds minder cyanide dan een vermessingoplossing. De kleur moet ingesteld worden door de juiste verhouding van zink tot koper te kiezen en door bij de juiste temperatuur te werken.
De voorwerpen hangt men als kathode in een bad van een 2-pcts natriumhydroxyde-oplossing. Als anode neemt men plaatijzer. Men laat de stroom enige uren doorgaan, de stroom mag slechts zwak zijn. De oxyden, die zich op het brons bevinden, worden hierbij weer tot metaal gereduceerd, de verontreinigingen komen los te zitten en kunnen na het drogen gemakkelijk afgeborsteld worden. Zelfs wanneer het patina uit het hardnekkige oxychloride bestaat, wordt het op deze wijze gereduceerd.
Kopercyanide | 30 | dl | |
Zinkcyanide | 8 | dl | |
Natriumcyanide | 45 | dl | |
Natriumcarbonaat | 15 | dl | |
Natrium-kaliumtartraat | 15 | dl | |
Water | 1000 | dl |
Temperatuur 25° tot 30℃, 0,3 A per vierkanten decimeter, anoden bestaan uit 80 % koper en 20 % zink.
Men werkt bij het verkoperen met twee soorten oplossingen, zure en alkalische. De zure oplossingen bevatten kopersulfaat en de alkalische het cyanide. De cyanide-oplossingen worden steeds voor het verkoperen van ijzer en staal gebruikt, daar het ijzer uit het zure bad vanzelf een onsamenhangend laagje koper vrij maakt.
Kopercyanide | 26 | dl | |
Natriumcyanide | 34 | dl | |
Natriumcarbonaat | 15 | dl | |
Natriumhyposulfiet | 0,25 | dl | |
Water | 1000 | dl |
Kopercarbonaat | 40 | dl | |
Natriumcyanide | 75 | dl | |
Natriumhyposulfiet | 0,25 | dl | |
Water | 1000 | dl |
Temperatuur 40℃, stroomsterkte 0,4 tot 0,6 A, 1½ tot 2 V met zuiver koperblik als anode.
Het bad mag niet te veel vrij cyanide bevatten, daar dan gassen ontwikkeld worden en het koper van de onderlaag los laat. Er moet echter voldoende cyanide aanwezig zijn om de anoden blank te houden. Er mogen zich geen basische koperzouten op de anode afzetten. De donkere kleur, die door het hyposulfiet ontstaat, mag blijven. Het bad moet per liter ongeveer 20 g koper bevatten en ongeveer 20 g vrij natriumcyanide.
Pokdalige koperneerslagen worden door een te hoog carbonaatgehalte veroorzaakt. De overmaat carbonaat kan men met bariumchloride verwijderen. Men laat het bariumcarbonaat bezinken en tapt de heldere oplossing af. Er moet iets carbonaat in de oplossing blijven, daar anders de neerslagen te hard worden.
Kopersulfaat | 210 | dl | |
Zwavelzuur | 25 | dl | |
Water | 1000 | dl |
Temperatuur 24℃, stroomsterkte 1 tot 1,5 A, ¾ tot 1 V. Door het bad gedurende de electrolyse te roeren kan men aanmerkelijk hogere stroomsterkten toepassen. De anode bestaat uit zuiver gewalst koper.
Door aan de kopercyanide-oplossing iets alkalische loodoplossing toe te voegen, wordt de glans van het koper aanmerkelijk verhoogd. Bij verse baden is de koperlaag soms zeer hard en schilfert af. Dit kan men verhinderen door aan de oplossing 1 % loog toe te voegen.
De meest uiteenlopende soorten materiaal kunnen met metaal bedekt worden door ze eerst in een 3- tot 4-pcts oplossing van hydrochinon te drenken. De voorwerpen moeten te voren goed vetvrij gemaakt worden. Hierna dompelt men het voorwerp in een zilvernitraatoplossing. Het hydrochinon reduceert nu het zilvernitraat tot zilver, het verkregen laagje zilver kan tot metaalglans gepolijst worden. Hierop kan men dan galvanisch een dikke laag metaal opbrengen.
Zure oplossing | Zinksulfaat | 225 | ,5 | dl |
Ammoniumchloride | 15 | dl | |
Natriumacetaat | 15 | dl | |
Water | 1000 | dl |
Zinkcyanide | 30 | dl | |
Natriumcyanide | 30 | dl | |
Natriumhydroxyde | 22 | dl | |
Water | 1000 | dl |
Met beide oplossingen gebruikt men anoden van zuiver zink. Voor het verkrijgen van een fijne structuur voegt men 10 g glucose per liter badvloeistof toe.
De zure oplossing werkt goedkoper, de verdeling van het afgezette metaal is echter ongelijkmatiger. Het strooien van de zure oplossing kan men verbeteren door een spoor stannochloride toe te voegen, een teveel bederft de kleur. De zuurgraad moet op een pH van 3,5 tot 4,5 gehouden worden; de zuurgraad kan men met thymolblauw controleren.
Bij het cyanidebad moet het gehalte aan vrij natriumcyanide ongeveer zoveel bedragen als het gehalte aan zink, een teveel maakt de metaallaag ruw.
Om vlekken te vermijden moeten de verzinkte voorwerpen zorgvuldig gewassen en gedroogd worden; wassen met heet water en drogen in zaagmeel.
Natriumhydroxyde | 90 | dl | |
Stannochloride | 30 | dl | |
Natriumchloride | 8 | dl | |
Water | 1000 | dl |
Deze oplossing wordt speciaal gebruikt voor het vertinnen van kleine voorwerpen van koper of van messing. De oplossing wordt in een ijzeren tank verhit. De bodem van de tank wordt geheel bedekt met gegranuleerd tin, dat men verkrijgt door gesmolten tin van een zekere hoogte in water te gieten. Op het tin legt men een rooster van ijzer.
De te vertinnen voorwerpen worden in mandjes van messing gelegd, gescheiden door blaadjes geperforeerd tin. De voorwerpen blijven 15 tot 30 min in de kokende oplossing, in ieder geval zo lang tot ze geheel vertind zijn. Hierna worden ze met water gereinigd en in houtzaagsel gedroogd.
De glans kan verhoogd worden door enige tijd in een rolvat met houtzaagsel van hardhout te behandelen.
Salpeterzuur | 2 dl |
Water | 1 dl |
Natriumcyanide | 60 | dl | |
Water | 1000 | dl |
Zwavelzuur | 8 dl |
Salpeterzuur | 4 dl |
Water | 1 dl |
Zoutzuur | een spoor |
Zwavelzuur | 7,2 | dl | |
Salpeterzuur | 5,6 | dl | |
Zinkoxyde | 1,0 | dl |
De oplossing wordt heet gebruikt en mag niet met water of chloriden verontreinigd worden. Wanneer de oppervlakte te grof wordt voegt men zwavelzuur toe, wanneer te weinig mat, voegt men salpeterzuur toe.
Zilver, dat uitgegloeid is, wordt schoon gemaakt door het in een hete verdunde zwavelzuuroplossing te plaatsen, 1 dl zuur op 3 dl water. Hierna wordt in een oplossing van 2 dl zwavelzuur, 1 dl salpeterzuur en 5 dl water geheel schoon gebrand. Tenslotte wordt het in de glansoplossing weer glanzend gemaakt.
Voorkom ongelukken!
Gevaarlijk vergiftige stoffen worden bij het recept aangegeven. Men mag echter nooit vergeten dat alle chemicaliën relatief gevaarlijk zijn. Na het werken met chemicaliën moet men dus in ieder geval de handen wasschen, gedurende het werk mag men met de handen niet aan de oogen komen. Bij het werken met brandbare vloeistoffen mag volstrekt geen vuur in het vertrek aanwezig zijn.
Aanvulling door vindikhier.nl
Beslist lezen!
Op deze website geven wij de oorspronkelijke tekst weer van het boek 'mengen en roeren, verschenen in 1936. Lees vooral de inleiding met onderwerpen als verwarmen (boven waterbad, ofwel au bain-marie) en andere veiligheidszaken. Gebruik beschermende kleding, handschoenen en veiligheidsbril bij het werken met gevaarlijke stoffen.
Sommige recepten of in recepten vermelde stoffen zijn wellicht in onbruik geraakt, niet meer verkrijgbaar, niet meer toegestaan of zelfs ronduit gevaarlijk.
Denk daarbij aan bijvoorbeeld asbest. Maar ook aan gevaarlijke stoffen als arsenicum en strychnine. Ga dus geen recepten namaken zonder kennis van zaken of met gevaarlijke of verboden stoffen. Met andere woorden:
'Enjoy Life' |
![]() disclaimer | mixandstir.com | w3schools | GFDL | GoodFon.com | pixabay | pexels |pinterest | pxhere.com | unsplash.com copyright © 2013 - vindikhier.nl - all rights reserved under construction |